Zó zag prinses Margriet er zestig jaar geleden uit als 'zuster Margriet'
In dit artikel:
Zestig jaar geleden koos prinses Margriet ervoor een praktijkgerichte weg in te slaan: na gymnasium, Franse studie in Montpellier en een korte periode rechten in Leiden stapte ze over op de verpleegkunde, een opleiding die ze in Amersfoort volgde. Ze nam haar opleiding serieus en wilde “iets nuttigs doen” in plaats van alleen representatieve taken. Daarom liep ze stage in ziekenhuis De Lichtenberg (vlakbij Soestdijk), droeg destijds nog het traditionele kapje en oefende met lespoppen zoals ‘Kareltje’.
In 1966 behaalde Margriet het diploma Rode Kruis-helpster 1e klas en sloot ze haar opleiding af met een meerdaagse reis op het hospitaalschip Henri Dunant, dat toen 72 patiënten aan boord had. De praktijkervaring liet blijvende indrukken na: ze verafschuwde het denigrerende taalgebruik jegens oudere vrouwen dat ze tijdens haar werk vaak hoorde — een ervaring die ze later publiekelijk toelichtte. Toen haar privéleven en gezin het later niet meer toelieten structureel verpleegwerk te doen, bleef ze wel actief betrokken bij het Rode Kruis.
Margriet past daarmee in een traditie van vrouwelijke royals die tijdens crisis- of oorlogstijden zorgwerk deden om verbinding te maken met gewone mensen — voorbeelden variëren van tsarina’s tot moderne vorstelijke zusters. In het internationale rijtje is groothertogin Marie-Astrid uit Luxemburg een herkenbaar rolmodel; zij haalde in de jaren zeventig ook verpleegkundige diploma’s en tropencertificaten.
Op bestuurlijk vlak was Margriet decennialang verbonden aan het Nederlandse Rode Kruis: van 1987 tot 2011 fungeerde ze als vicevoorzitter. Als erkenning voor haar inzet werd in 2011 het Prinses Margriet Fonds opgericht, gericht op betere voorbereiding van mensen op natuurrampen en hulpverlening bij rampen. Haar loopbaan als verpleegster markeerde zo het begin van een levenslange betrokkenheid bij zorg en humanitaire hulp, naast haar koninklijke taken.