Schrijfster Nan Adams over haar succes: 'Af en toe moest ik mezelf gewoon knijpen'
In dit artikel:
Nan Adams (62) maakte van een reeks tegenslagen de springplank naar een nieuwe carrière als bestsellerauteur. In 2018 werd ze op de Veluwe onderuit gereden door een scholier op haar omafiets en liep ze een gebroken bekken op. De blessure bracht een langdurige revalidatie, verlies van inkomsten en een juridische strijd omdat de ouders van de jongen haar aansprakelijk stelden. Terwijl ze afhankelijk werd van haar man en later zonder huis kwam te zitten, overleed haar ex-man aan huidkanker en liep ook een latere relatie stuk. Door de combinatie van medische problemen, persoonlijke verliezen en vervolgens de coronapandemie belandde Adams tijdelijk in financiële nood; ze leefde een tijd in een stacaravan en moest veel bezittingen verkopen, gesteund door een uitkering voor zelfstandigen (TOZO) en vrienden en familie.
Schrijven was altijd haar kinderdroom. Na jaren als stewardess en later pilatesinstructeur — met eerder al enkele lifestyleboeken op haar naam — gebruikte ze haar herstelperiode om een cozy crime te schrijven. Die eerste zelfuitgegeven e-books (De Brenda Park Mysteries) trokken aanvankelijk vooral vrienden en familie, maar leverden haar wel ervaring op. Via een tip werd ze benaderd door uitgeverij Ambo|Anthos, die via een nieuw label, Loft Books, op zoek was naar commerciële e-bookauteurs. Dat leidde tot een contract en meer zichtbaarheid, maar de echte doorbraak kwam pas later.
Op aanwijzing van haar zus ontwikkelde Adams het idee voor De Alfa-vrouwen: een serie die begint met een Alfa Romeo als katalysator en vier generaties vrouwen volgt in historische verhaallijnen en verschillende werelddelen. Hoewel ze zegt nooit Lucinda Riley te hebben gelezen, kreeg ze de vraag van haar uitgever om iets in die sfeer te schrijven — historische romans met meerdere tijdslagen en aantrekkelijke locaties — en ze sprong erin. Het eerste deel, Bellagio (geïnspireerd door het Comomeer), werd gevolgd door Malibu, Mayfair en later Het geheim van Amsterdam, een ode aan haar geboorteplaats en een eerbetoon aan haar overleden hond Snor, die haar door de schrijfperiode had gesleept.
Het schrijfproces was intens: nachten vol inspiratie, minimale sociale contacten en de dagelijkse routine met haar hond die haar uit huis hield. Na het inleveren van het derde deel moest ze Snor laten inslapen; Adams beschouwt de hond als een cruciale steun tijdens haar productieve, maar ook eenzame periode. Kort daarna explodeerde het succes: de serie werd een bestseller, de e-bookuitgeverij besloot papieren edities uit te geven en er gingen meer dan 50.000 exemplaren over de toonbank. Die financiële meevaller stelde haar in staat oude schulden in te lossen, mensen te bedanken die haar hadden geholpen en weer te investeren in haar leven en uiterlijk (ze noemt cosmetische ingrepen als voorbeeld van luxe die ze zich nu kon permitteren).
Tegenwoordig woont Adams weer in een stenen huis, signeert ze in boekhandels (ook op Schiphol), bezocht ze het Boekenbal en werkt ze aan een nieuwe serie die begin volgend jaar groots gelanceerd wordt. Er zijn ook kansen in het buitenland. Familie en vrienden bestempelen haar als een echte “Alfa-vrouw”: vastberaden, onafhankelijk en trouw aan zichzelf. Ze hoopt dat haar verhaal anderen inspireert om in hun eigen vaardigheden te geloven en door te zetten ondanks tegenslag.
Context: de vergelijking met Lucinda Riley verwijst naar het genre van historische familie-epossen waarin meerdere tijdvakken en sterke vrouwelijke personages centraal staan; het succes van dergelijke titels laat zien dat er in Nederland nog steeds veel vraag is naar goed vertelde, meeslepende familieromans. Adams’ route — van zelfpublicatie naar uitgeverij en uiteindelijk papieren bestseller — illustreert hoe digitaal succes uitgevers kan aantrekken en traditionele formats kan herintroduceren.