"Roken op het trapje van de borstenbus is de verkeerde tijd én de verkeerde plaats"
In dit artikel:
Daphne Deckers fietst onlangs langs een mobiele borstkankerscreeningbus en ziet een medewerkster op het ijzeren trapje in de zon een sigaret opsteken. De tegenstelling prikkelt haar: iemand die röntgenfoto’s maakt om borstkanker op te sporen, rookt tijdens werktijd buiten de scanner. Ze voelt meteen dat dit ongemakkelijk is — “dit doe je toch niet” — maar twijfelt ook of ze daarover mag oordelen.
Deckers stelt het bredere veranderende rookklimaat aan de kaak: rokers worden steeds meer beperkt in waar ze mogen paffen, van binnenruimtes tot steeds vaker ook buitenzones. Ze herinnert zich hoe ondenkbaar het was dat vroeger nog op vliegtuigen gerookt werd. Tegelijk wijst ze op concrete bezwaren tegen roken bij de borstenbus: roken verhoogt het risico op borstkanker, en nicotine ruik je aan iemands handen, haar en kleding — onaangenaam voor patiënten die bij het maken van foto’s dicht op de medewerkers staan.
Uiteindelijk blijft Deckers in dubio tussen begrip voor persoonlijke vrijheid en het gevoel dat werken bij een screening een bepaalde gedragsnorm zou moeten hebben. Ze vraagt zich af of er een professionele gedragscode bestaat, of dat medewerkers vrij zijn hun sigaretje te nemen.