Prinses Beatrix en de Love Boat die geen liefde opleverde in september 1954
In dit artikel:
In september 1954 vertrok het Griekse passagiersschip Agamemnon op een opvallende cruise met ruim honderd gasten uit koninklijke families: zo’n 104 tot 110 hoogwaardigheidsbekleders uit twintig landen, waaronder vier koningen en vijf koninginnen. Initiatiefneemster was koningin Frederica van Griekenland; officieel om het toerisme te stimuleren, in de praktijk ook een poging familierelaties tussen Europese dynastieën aan te halen en — niet onbelangrijk — geschikte huwelijkskandidaten bij elkaar te brengen.
De reis begon op 23 augustus in Marseille (veel royals stapten in Napels aan boord) en voer langs Ionische en Egeïsche bestemmingen: Corfu, Olympia, Heraklion, Rhodos, Santorini, Mykonos, Skiathos, Sounion, Athene en Epidaurus. Frederica schafte het strikte protocol tijdelijk grotendeels af: rangen en titels werden buitengewoon informeel, avondkleding was verboden, en voor de tafelschikking werd zelfs geloot om contact tussen alle gasten te bevorderen. Enkel uitzonderingen werden gemaakt (prins George mocht zijn bediende meenemen). Het programma combineerde cultuurbezoeken (een voorstelling in Epidaurus) met veel vrij spel voor de jongeren aan boord.
De sfeer varieerde van hartelijk tot geforceerd. Voor tieners en twintigers was het vooral feest: cola, limonadegevechten, geïmproviseerde Olympische Spelen in antieke arena’s, dansen op mambo’s en rumba’s, en louche capriolen waaronder het in het zwembad gooien van neef Christian van Hannover — waarna Frederica de orde stelde met een bevel om het zwembad ’s nachts te legen. Volwassenen hielden zich meer op whisky dan champagne. Koningin Juliana fungeerde voor de Nederlandse delegatie als chaperonne en verbinder; prinses Beatrix (16) probeerde zich als puber los te houden van haar moeder, prinses Irene oefende talen en was nog wat schuchter.
Twee opvolgende persoonlijke relaties zijn opvallend: Alexander van Joegoslavië en Maria Pia van Bourbon-Parma begonnen een verbintenis tijdens de cruise, en op de Agamemnon raakten Sophia van Griekenland en de jonge Juan Carlos van Spanje met elkaar bekend — een kennismaking die acht jaar later in een huwelijk resulteerde (dat later expliciet problematisch bleek door ontrouw). Beatrix zelf trouwde uiteindelijk niet met “koninklijk bloed” maar met Claus von Amsberg.
De cruise leverde Grieks toerisme een zichtbare impuls op — rederijen begonnen routes die het voorbeeld volgden — maar in Griekenland werd het ook gezien als dure, opschepperige familiezakenpolitiek. De tocht kostte de schatkist destijds een groot bedrag en deed Frederica weinig goed bij de bevolking. Een geplande tweede cruise in 1956 op de Achilles ging vanwege onrust in de Levant en rondom het Suezkanaal niet door; veel gasten moesten afzeggen en het bleef bij een kort verblijf op Corfu. In 1959 veroorzaakte Beatrix later nog ophef in Nederland door in een Amerikaans interview te zeggen dat ze zich op de boot “among my own people” voelde — een uitspraak die thuis als elitair werd opgevat en leidde tot een persincident dat zij later als misverstand aanwees.