Oeps, we doen het verkeerd. Daarom brandt je kaars niet mooi - en dit is hoe het wél moet
In dit artikel:
In herfst- en wintermaanden zorgen kaarsen voor sfeer, maar vaak ontstaan scheefgebrande stompjes, zwarte randen en tunneling — meestal door onjuiste aanmaak en onderhoud, niet door de kaars zelf. Belangrijkste oorzaak: de eerste keer te kort branden. Kaarsvet heeft een “geheugen”: brand je de vlam voortijdig uit, dan smelt later alleen het kleine kuiltje en blijft de was langs de rand onaangeroerd. Daardoor zakt de vlam dieper en gaat veel was verloren.
Praktische tips: laat bij het eerste gebruik de kaars lang genoeg branden tot de hele bovenlaag vloeibaar is; knip de lont vóór elke keer terug tot ongeveer 0,5 cm om roet en flakkeren te voorkomen; zet kaarsen uit de tocht; en blus niet simpelweg uit maar gebruik een kaarsendover of dompel de lont kort in de vloeibare was om rook te verminderen. Met deze eenvoudige gewoonten brandt een kaars gelijkmatiger, ruikt hij beter en gaat hij langer mee.