Marijke's twaalfjarige dochter woont niet meer thuis
In dit artikel:
Marijke (44) vertelt hoe het leven van haar gezin jarenlang werd gedomineerd door de ernstige autismeproblematiek van dochter Nikki. Nikki, nu 12, is twee jaar geleden naar een zorginstelling verhuisd nadat thuis de situatie onhoudbaar werd. Marijke en haar man Bas (49) hebben daarnaast nog drie kinderen: Evi (14) en een tweeling, Kai en Ian (9). De verhuizing van Nikki was een pijnlijke maar volgens hen noodzakelijke stap om het gezin te redden.
Al vanaf baby‑leeftijd week Nikki af van de andere kinderen: ze huilde veel, sliep slecht, reageerde extreem op prikkels en liet zich nauwelijks troosten. De ouders merkten dit zelf op voordat hulpverlening doordrong; pas nadat zij hun zorgen aan de huisarts voorlegden, kwam er daadwerkelijk actie. In de jaren daarna verslechterde Nikki’s gedrag: hevige woedeaanvallen, agressie naar gezinsleden, zelfverwondend gedrag en vrijwel geen spraak. Een incident waarbij Marijke tien minuten weg was met de hond en thuis een ‘oorlogsgebied’ aantrof — omgegooide meubels, huilende en geschrokken kinderen — vormde voor haar het keerpunt. Ze besefte dat doorgaan zo niet kon zonder het hele gezin en haar huwelijk te verliezen.
De druk op Marijke was groot: fysieke klachten, chronische vermoeidheid en prikkeldheid, gevoelens van naderende burn‑out en sociaal isolement. Bas werkte fulltime; Marijke had haar baan opgegeven na de tweeling. Om de rust voor Nikki te bewaren, vermeden ze bezoek en speeldates; alles leek om haar ritme te draaien. De huisarts sprak voor het eerst het idee uit van een pleegplaats of zorginstelling, maar de gedachte Nikki “weg te doen” lag zwaar. Uiteindelijk besloten Marijke en Bas gezamenlijk en emotioneel tot plaatsing over te gaan. Omdat het proces snel verliep, bleven twijfels relatief beperkt, al bleef de rouw intens.
In de instelling bleek Nikki goed te gedijen: duidelijke dagstructuur, rust en professionele zorg gaven haar stabiliteit die thuis lastig te bieden was. Ze logeerde al eerder incidenteel daar, waardoor het geen compleet onbekend milieu was. Nikki vertoont geen duidelijke wens om terug naar huis te komen, wat de ouders enigszins troost biedt. Marijke bezoekt haar twee keer per week; die momenten blijven beladen en emotioneel.
Hoewel de keuze het gezin veel heeft opgeleverd — verbeterd huwelijk, meer ruimte voor de andere kinderen, Marijke werkt weer drie dagen per week en het sociale leven is weer open — blijft schuldgevoel overheersen. Marijke ervaart ook vervelende oordelen van buitenaf: dorpelingen, kennissen en zelfs familie geven kritiek en roddelen over hun besluit. Zulke opmerkingen raken haar diep, ook al voelt ze dat het de juiste beslissing was. Ze houdt een dagboek bij dat haar helpt herinneren aan de ernst van eerdere periodes en waarom de plaatsing nodig was.
De kern van het verhaal is een dilemma waar veel ouders van ernstig autistische kinderen mee worstelen: het vinden van een balans tussen liefde en zorg voor het kind en het beschermen van het functioneren en welzijn van het hele gezin. Voor Marijke en Bas bracht professionele opvang de broodnodige rust, maar de emotionele prijs — rouw, schuld en maatschappelijke stigmatisering — blijft. Om privacyredenen zijn in het oorspronkelijke verhaal namen aangepast.