Jumping jacks of met touw: waarom je vaker zou moeten springen
In dit artikel:
Springoefeningen zoals touwtje springen, jumping jacks en squat-jumps activeren vrijwel alle spiergroepen: benen en billen leveren de kracht, core en rug zorgen voor stabiliteit en armen helpen bij balans. De hartslag stijgt snel, wat je uithoudingsvermogen en vetverbranding verbetert, en wetenschappelijk onderzoek laat zien dat springen ook botdichtheid kan bevorderen — zelfs korte dagelijkse sessies (bijvoorbeeld twintig sprongen) hebben vooral in heupen en benen een positief effect.
Praktische opbouw en techniek
- Begin rustig: start met 5–10 minuten en bouw over weken op naar 20–30 minuten. Idealiter train je 3–4 keer per week voor zichtbare resultaten.
- Land zacht: kom neer op de bal van je voet met licht gebogen knieën om schokbelasting te dempen.
- Draag goed schoeisel met demping en vermijden springen op blote voeten of op harde ondergrond zonder mat of gras.
- Houd je romp recht, span je core aan en kijk vooruit. Voorkom stijve landingen en te snelle opbouw om overbelasting te vermijden.
Variaties en intensiteit
Wil je progressie, voeg lichtgewichtjes toe aan polsen of enkels, wissel jumpvarianten af (half jack, squat-jumps, burpees) of gebruik intervalschema’s (bijv. 30 seconden werken, 15 seconden rust).
Veiligheid en waarschuwingen
Springen is effectief maar belastend voor enkels, knieën en heupen. Bouw geleidelijk op, vermijd betonvloeren zonder demping en stop meteen bij pijn of klachten. Voor mensen met bestaande gewrichtsproblemen zijn laag-impactalternatieven raadzaam.
Interessant weetje: 10 minuten intensief springen kan tot ongeveer 100 kcal verbranden — vergelijkbaar met hardlopen — en jumping jacks zouden hun populariteit deels danken aan oefeningen uit het Amerikaanse leger rond generaal Pershing, al is de precieze oorsprong onzeker.
Supersnel circuit (direct toepasbaar)
- 30s jumping jacks / 30s rust
- 30s squat jumps / 30s rust
- 30s touwtje springen — herhaal 3 rondes.