Ik ben vóór een biertje of wijntje, als uitzondering én op doktersrecept

In dit artikel:

Mediumcare-verpleegkundige Barbara van Ede beschrijft in haar wekelijkse column een avonddienst op een zaal met vier oudere mannen die naar voetbal kijken. Met de grapkracht van een typetje vraagt ze welke drankjes ze willen, maar in ziekenhuizen wordt geen alcohol geserveerd — alleen voor desinfectie. Bij opname wordt wel altijd naar iemands alcoholgebruik gevraagd om tekorten (zoals vitaminegebrek) en het risico op ontwenningsverschijnselen in te schatten.

Van Ede ziet vaak de harde consequenties van overmatig drinken: opnames na ongelukken, ouderen die bij plots stoppen met alcohol in een delier terechtkomen, en zelfs dakloze patiënten die trillen of een epileptische aanval krijgen door onthouding. Dat roept bij haar de vraag op of een uitzonderlijk glas bier of wijn op doktersrecept niet soms verstandiger kan zijn dan standaard kalmeringstabletten; ziekenhuizen slikken wel geroutineerd benzodiazepines uit, terwijl het effect van een klein alcoholisch drankje vergelijkbaar kan zijn.

Ze pleit niet voor vrije alcoholverstrekking, maar voor een meer flexibele, medische afweging per patiënt: in uitzonderlijke gevallen kan gecontroleerde alcoholtoediening mogelijk meer schade voorkomen dan veroorzaken — mits arts en verpleegkundigen dat zorgvuldig wegen vanwege bijwerkingen en medicijninteracties. Die avond kozen haar patiënten uiteindelijk voor appelsap en proostten ermee.