Het best bewaarde geheim van Italië: de regio Friuli-Venezia Giulia

In dit artikel:

Friuli‑Venezia Giulia is een relatief onbekend en rustig stukje noordoost‑Italië, ingeklemd tussen Oostenrijk en Slovenië. De regio wisselt spectaculaire berglandschappen en de Friulische Dolomieten in het noorden af met meren, kloven en grotten, en stranden en lagunes langs de Adriatische kust in het zuiden (onder andere het schiereiland Lignano Sabbiadoro). Door eeuwen van Habsburgse invloed spreekt de bevolking meerdere talen en proef je in de keuken Oostenrijkse en Sloveense invloeden naast de Italiaanse.

De streek blijft bewust buiten de massatoeristische routes, zeggen lokale gidsen, waardoor bezoekers rust en kleinschalige, verrassende plekjes kunnen ontdekken. Natuur staat centraal: er zijn dertien natuurreservaten en het natuurpark van de Friuli Dolomieten, ideaal voor wandelen, hiken, fietsen en kajakken. Bijzondere bezienswaardigheden zijn het blauwgroene Gorgazzo‑meer met zijn onderwatergrot en de publiekstoegankelijke Grotta Gigante. Wintersporters vinden knusse resorts in Tarvisio, Tolmezzo en Piancavallo.

Trieste is de grootste stad, bekend om zijn fin de siècle‑sfeer en het indrukwekkende Piazza Unità d’Italia dat uitkijkt over zee. Kleinere plaatsen als Grado en Udine geven een ‘mini‑Venetië’-gevoel zonder drukte. Wie rust zoekt, variatie in landschap en authentieke streekcultuur, vindt in Friuli‑Venezia Giulia een nichebestemming — bijzonder aantrekkelijk in het voor- en najaar (september/oktober), terwijl in de winter de kaasrijping in grotten en de skigebieden extra trekken.