Ellen leeft nog dankzij reanimatie door een voorbijganger
In dit artikel:
Op zaterdag 15 maart zakte Ellen (40) tijdens een wandeling bij het chalet waar zij en haar man Leroy vaak uitrusten plotseling in elkaar: haar hart begon te ventrikelfibrilleren en ze stopte met ademen. Dankzij een omstander die direct 112 belde en een voorbijganger, Jolijn, die zonder aarzelen mond-op-mondbeademing begon (afgewisseld met haar vader), overleefde Ellen de hartstilstand. Politie en ambulance namen de reanimatie later over; met een AED kreeg zij drie schokken waarna haar hart weer reageerde. In comateuze toestand werd ze naar het ziekenhuis gebracht.
Ellen en Leroy runnen al tien jaar een gezinshuis; naast hun biologische dochter Yara (7) wonen er nog vijf kinderen uit twee verschillende gezinnen bij hen, kinderen met trauma’s en gezinsproblemen. Het gezinshuis ontstond uit hun ervaring in de jeugdzorg en de wens vaste, stabiele zorg te bieden. Op de dag van de hartstilstand waren de kinderen door personeel opgevangen, wat cruciaal bleek toen Ellen in het ziekenhuis belandde.
In het ziekenhuis werd Ellen eerst kunstmatig in coma gehouden om te herstellen. Voor haar familie waren de eerste twee dagen bijzonder angstig: artsen gaven aan dat ze even ‘dood’ was geweest en dat de uitkomst onzeker was. Na 48 uur ontwaakte ze en bleek er geen blijvende hersenschade opgetreden te zijn — volgens Ellen grotendeels te danken aan het snelle handelen van Jolijn. Die snelle, competente eerste hulp maakte het verschil tussen overleving met of zonder beschadiging.
Na achttien dagen mocht Ellen als hartpatiënt naar huis. Tijdens de opname en de weken erna voelde ze veel lichamelijke uitputting en pijn op de borst, vergroeid met het herstel na reanimatie en ingrepen. Kort na het incident kreeg ze een ICD (een implanteerbare defibrillator) die haar hartritme bewaakt en automatisch kan ingrijpen bij nieuw ventrikelfibrilleren; zij noemt het apparaat haar “waakhond”. De ervaring bracht ook emotionele veranderingen: Ellen ervaart sterker dan voorheen waardering voor kleine, alledaagse momenten en merkte een diepere band met sommige kinderen in huis — één van hen begon haar bijvoorbeeld spontaan te knuffelen, iets wat eerder niet gebeurde.
Toen ze hersteld genoeg was, zocht Ellen contact met haar redders en bedankte ze hen persoonlijk. Jolijn vertelde later hoe de 112-centralist haar telefonisch begeleidde bij het starten van de reanimatie en hoe ze het spuug uit Ellen’s mond verwijderde met een sjaal voordat ze begon met beademen. Voor de helpers was het bevrijdend om Ellen levend en gezond terug te zien.
Ellen beschouwt haar overleving als een tweede kans: “Het is alsof ik ben gereïncarneerd in mijn eigen leven.” In september trouwde ze met Leroy in Spanje, omringd door familie en vrienden. Haar verhaal illustreert enerzijds de kwetsbaarheid van het leven en anderzijds de levensreddende waarde van directe burgerhulp, telefonische instructie door de meldkamer en een snelle inzet van AED’s. Kortom: snelle eerste hulp en beschikbaarheid van een AED kunnen het verschil tussen overlijden en herstel zonder blijvende schade betekenen.