Annemiek is slechtziend: 'Als slechtziende sta je altijd op straat'

woensdag, 19 november 2025 (14:06) - Vriendin.nl

In dit artikel:

Op 15 oktober – Internationale Dag van de Witte Stok – staat de aandacht jaarlijks op mensen met een visuele beperking en hun veiligheid in het verkeer. Voor veel weggebruikers is de witte stok hét herkenningsteken, maar niet iedereen weet dat stoppen voor iemand die zijn stok zwaait geen hoffelijkheid is maar een wettelijke verplichting. Dat juridische voorrangsrecht moet gebruikers van de stok vertrouwen en zekerheid geven; zonder die zekerheid is deelnemen aan het verkeer voor slechtzienden extra stressvol.

De geïnterviewde vrouw schetst hoe verkeer de laatste jaren is veranderd: elektrische fietsen, snelle auto’s en brede fatbikes maken geluidsschattingen onbetrouwbaar, waardoor je niet meer kunt vertrouwen op gehoor om afstand of snelheid in te schatten. Meestal loopt ze samen met geleidehond Lexi. De hond kan blokkeren wanneer direct gevaar dreigt, maar kan zelf geen snelheden inschatten, dus uiteindelijk blijft de inzage en oplettendheid van andere weggebruikers cruciaal.

Visusverlies verloopt vaak langzaam, waardoor mensen hun achteruitgang onderschatten en soms te lang blijven vertrouwen op hun resterend zicht. De witte stok is voor veel mensen een essentieel hulpmiddel om veilig te lopen, maar het gebruik vraagt ook een mentale omslag. De vrouw beschrijft haar eigen traject: tijdens een revalidatie in Apeldoorn (2008/2009) leerde ze de stok gebruiken. Eerst voelde het bevrijdend — ze hoefde niet continu naar de stoep te turen — maar ook confronterend, omdat de stok je zichtbaar maakt als persoon met een beperking en je je soms "een wandelend uithangbord" voelt.

In de praktijk werkt duidelijkheid: de stok op borst- of gezichtshoogte houden, zwaaien en meteen oversteken geeft andere weggebruikers het helderst signaal. Twijfel of stil blijven staan werkt juist verwarrend en kan er toe leiden dat mensen toch vóór je langs schieten. Over het algemeen ervaart ze veel hulpvaardigheid — mensen bieden vaak spontaan hulp — en merkt ze positieve voorbeelden uit het buitenland, zoals in Noorwegen en Italië waar automobilisten bij zebrapaden vrijwel altijd stoppen. Toch zijn er terugkerende problemen: rateltikkers en geluidssignalen bestaan, maar bij meerdere oversteekplaatsen is het soms onduidelijk welk signaal bij welke oversteek hoort; sommige fietspaden hebben geen tikkers; geleidelijnen (reliëfstroken die de looproute aangeven) worden vaak onbedoeld geblokkeerd door fietsen of paaltjes.

De zichtbare herkenbaarheid door de witte stok maakt mensen ook kwetsbaarder voor criminaliteit, al is dat volgens haar geen reden zich binnen te laten houden. In onveilige situaties vraagt ze soms om alternatieve omgangsmanieren, bijvoorbeeld een arm om iemand heen slaan in plaats van de stok uitstallen. Wanneer anderen geconfronteerd worden met hun gedrag — zoals een fietser die rakelings voorbij schoot — reageren mensen meestal begripvol zodra ze zich realiseren wat er had kunnen gebeuren.

Haar boodschap is helder: het probleem is vaker onwetendheid dan onwil. Bewustwording en gesprek zijn nodig om infrastructuur en gedrag veiliger te maken: van vrijhouden van geleidelijnen tot het respecteren van stopregels bij iemand met een witte stok. Toegankelijkheid is bovendien een complex vraagstuk: voorzieningen die voor visueel beperkten werken (zoals opstaande randen) kunnen voor rolstoelgebruikers juist belemmerend zijn. Meer informatie en wederzijdse aandacht blijven daarom cruciaal om veiligheid en zelfstandigheid voor mensen met een visuele beperking te verbeteren.